Een samenloop van omstandigheden maakt dat het mobiliteitssysteem zoals we dat kennen niet houdbaar zal zijn. Bij Bijstelling zien we dat het daarom onontkoombaar is dat de verwachtingen op mobiliteitsvlak worden bijgesteld. Casper Stelling pleit voor het spreiden van activiteiten en mobiliteit met aandacht voor betrouwbaarheid en participatiekansen van kwetsbare doelgroepen.
Perfect Storm
Waar de mobiliteitssector volgens Casper Stelling, oprichter van adviesbureau Bijstelling, in de afgelopen jaren relatief in de luwte kon werken omdat de mobiliteit aardig op orde was, is nu welhaast sprake van een perfect storm. “Mobiliteit en bereikbaarheid zijn meer een issue geworden”, zegt hij. “We staan aan het begin van een jarenlange vernieuwingsopgave waarin continue aan de weg en het spoor wordt gewerkt. Steden hebben te weinig ruimte om te groeien en prioriteren leefbaarheid boven andere beleidsdoelen en afschaling van OV en doelgroepenvervoer verkleint de reisopties voor velen. Reizen wordt hierdoor moeilijker: reistijden nemen toe, betrouwbaarheid van de reistijd neemt af en ook het hebben en vinden van een (betaalbare) parkeerplaats wordt steeds moeilijker.” En dat terwijl de bevolking en economie verder blijven groeien, wat extra (logistieke) verplaatsingen oplevert.
Autootje pesten
Door deze perfect storm is er een groeiende groep burgers die moeite heeft om haar mobiliteitsbehoefte te organiseren. Hierdoor hebben zij minder zelfbeschikking en kunnen zij moeilijker participeren aan arbeid, onderwijs, zorg, consumptie en sociaal-recreatieve activiteiten. Met alle gevolgen van dien in het fysieke en sociale domein. De huidige problemen zijn in de ogen van veel mensen het gevolg van ‘autootje pesten’, maar dat ligt volgens Stelling toch genuanceerder. “De overheid moet moeilijke afwegingen maken omdat men steeds meer tegen grenzen aanloopt, bijvoorbeeld op het vlak van natuur en milieu”, zegt hij. “Er zijn grenzen aan de hoeveelheid fossiele brandstoffen die we mogen gebruiken en er zijn ook grenzen aan de ruimtelijke ontwikkeling en de mobiliteitsruimte die daar deel van uitmaakt. Bovendien heeft de overheid minder geld om te investeren in nieuwe infrastructuur. Het komt er simpelweg op neer dat we onze ambities komende jaren niet kunnen realiseren binnen de grenzen die we gesteld hebben.”
Beter Benutten
Om een weg te vinden in dit spanningsveld, is volgens hem niet alleen de overheid aan zet. “Die kan niet alles oplossen”, stelt hij. “De overheid moet vooral betrouwbaar beleid voeren en werken aan draagvlak voor complexe afwegingen. Bij die keuzes moet zij voldoende aandacht geven aan kwetsbare doelgroepen die welvaart verliezen. En zij moet inzetten op maatregelen om de assets die we hebben beter te benutten”. Dit kan de overheid niet alleen, stelt hij. “Burgers, instellingen, bedrijven en de logistieke keten moeten hun activiteiten daar waar mogelijk meer spreiden”. Kortom, de juiste mobiliteit op de juiste plaats en tijd. Dat gaat niet vanzelf. Mobiliteit is nu eenmaal een afgeleide functie van arbeid, onderwijs, zorg, consumptie en sociaal-recreatieve activiteiten. Prijsincentives en andere gedragsmaatregelen werken nog niet afdoende, stelt hij. Daar moet meer op ingezet worden. Daarnaast moeten we ook goed kijken naar de ruimtelijke ordening. Nabijheid van werk, onderwijs, zorg en overige voorzieningen is essentieel voor brede welvaart. Hiervoor moeten we ook de schaalvergroting van bijvoorbeeld zorg- en onderwijsinstellingen ombuigen.
Dit artikel is gepubliceerd in de eindejaar special 2024 van Mobiliteit.nl